donderdag 21 juli 2011

2.4. periode 1830-1839



Bij de Belgische opstand in 1830 stond bijna geheel Limburg aan de zijde van onze Zuiderburen. Ook Nuth heeft negen jaar lang, 1830-1839, deel uitgemaakt van het nieuwe Belgische Koninkrijk. Als gevolg van de afscheiding ontstond er een nieuwe bestuursregeling voor de plattelandsgemeenten. Ingevolge het besluit van het gouvernement provisoire van 8 october 1830 moesten de notabelen (zij die een bepaalde som in de belasting betaalden en zij die een vrij beroep uitoefenden) een burgemeester, assessoren en raadsleden
kiezen. Over de termijn van benoeming werd in dit besluit niet gesproken.
Het besluit van het gouvernement provisoire van 28 october 1830 bepaalde, dat de gemeentesecretaris zou worden benoemd door de gemeenteraadsleden en de gemeente-ontvanger door de gouverneur der provincie uit een voordracht van 3 kandidaten door de gemeenteraad.
Met de Belgische gemeentewet van 30 maart 1836 traden nieuwe bepalingen in werking en vervielen ipso facto de zo juist genoemde gouvernementsbesluiten. In deze wet werd de gemeenteraad, en niet meer de burgemeester, op de voorgrond geplaatst. De raadsleden werden door de kiesgerechtigde inwoners (censuskiesrecht) gekozen, en wel rechtstreeks; de burgemeester en schepenen werden door de koning uit de leden van de raad benoemd. De zittingstermijn der raadsleden, evenals die van burgemeester en schepenen, was zes jaar, maar in wijze van aftreding kwam enige verandering; deze zou om de drie jaar plaats hebben, de helft der raadsleden trad dan telkens af; de schepenen zouden voor de helft bij de eerste
reeks behoren, voor de helft bij de tweede en de burgemeester bij de tweede.
Het aantal raadsleden, inclusief burgemeester en schepenen, bedroeg 7 in gemeenten beneden 1.000 inwoners, 9 in die van 1.000-3.000 inwoners, 11 in die van 3.000-10.000 etc. en tenslotte 31 in die van 70.000 en meer inwoners.
De gemeentesecretaris werd volgens de gemeentewet van 30 maart 1836 door de  gemeenteraad benoemd, welke benoeming moest worden goedgekeurd door de députation permanente du conceil provincial. De eerste benoeming van de secretaris geschiedde bij Koninklijk Besluit. De gemeente-ontvanger werd eveneens door de gemeenteraad benoemd onder goedkeuring van de députation permanente du conceil provincial.

Nuth telde 1285 inwoners in 1836, zodat het een gemeenteraad kreeg die uit 9 leden bestond. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten